Baridi sana! (heel erg koud!)
Dag lieve lezers,
Allereerst gelukkig nieuwjaar allemaal!!
Het is hier koud en dat komt omdat we nuop Instanbul airport zitten. Vanmiddag om half 5 komen we aan op schiphol en dankomt onze reis definitief tot een einde.
Het reizen na ons coschap is heel erg mooi geweest. De eerste week in Rwanda was erg indrukwekkend. Het is bijzonder om te zien hoe een land zich zo snel ontwikkelt tot een voorbeeldland voor andere Afrikaanse landenna de verschrikkelijkegenocide van 1994. Helaas is dit geweld nog steeds niet voorbij (lees nu.nl: http://www.nu.nl/buitenland/2707720/rwandese-hutus-doden-tientallen-congolezen.html).
De tweede week van de reis hebben wij ons tripje naar de Serengeti nog eens herhaald, met als toevoeging de Ngorongoro krater (Big 5 check!), Lake Manyara (Flamingo's en leeuwen in bomen) en Tarangire National park (seksende olifanten).
De laatste weken stonden in het teken van chillen en relaxen. Afgelopen week hebben wij met Gerben, Niek, Mirte, Kristineen de familie Arnoldussen op Zanzibar gezeten. Zon, blauwe zee, hagelwitte stranden,duiken en eenoud en nieuw strandfeest behoorden tot de activiteiten. Heerlijk genieten!!
Lieve mensen, dit was in vogelvlucht onze reis. Het einde van deze 4 maanden betekent voor ons ook het begin van ons afstuderen en arts zijn. We werden net al even flink met onze bruine neuzen op dit feit gedrukt,met de volgende oproep uit de vliegtuigspeaker'Is there a doctor on board, please come to the back of the plane immediately'. Met adrenaline is ons lijf renden we naar achter. Maar gelukkig, het was een jongedame die net was flauwgevallen, dat viel mee :).
Uitgebreide reisverhalen kunnen jullie uiteraard vanaf vanavond persoonlijk bij ons op komen halen. We zullen nog een kleine selectie van de foto's op deze site plaatsen als we thuis weer goed internet hebben.
We willen jullie trouwe lezers bij deze enorm bedanken voor het volgen van onze verhalen en al jullie lieve en leuke reacties die jullie plaatsten, vonden we erg leuk!
Tutaonana baadaye (we zien elkaar later!)
Liefs, Nynke en Denise
I wanna fly, fly, fly, with you wewe!
Dit lied deed ons in eerste instantie denken aan onze weekendjes stappen in Mwanza. Maar sinds 3 dagen heeft het nog een andere lading gekregen. We zijn net terug van 3 dagen durende clinic's met de flying medical service (FMS)! En we gingen niet zomaar ergens heen... Kleine Maasai dorpjes ten zuiden van Arusha!
Om 7.30 stonden we met onze rugzakjes klaar op het kleine vliegveld van Arusha. Terwijl we tussen de rijke toeristen zaten die op hun privevliegtuigjes zaten te wachten, hoorden we ineens: you guys look smart, are you the two medical students? Dat waren Ezra (piloot van FMS) en Brian (piloot aan het inwerken voor FMS).Gezellig, dachten wij!Samen liepen we naar het kleine vliegtuigje waarin we de komende dagen verschillende kleine vluchten naar Maasai dorpjes zouden maken.
Velen van jullie hebben waarschijnlijk al wel een beeld van de Maasai. Lange, slanke mensen, met rode jurken en speren, die heel hoog kunnen springen. Dat beeld klopt inderdaad. Het is niet alleen een act voor de toeristen op safari. In het dagelijks leven lopen ze inderdaad in rode doeken, mét stok/speer, over de eindeloze vlaktes met hun grote kuddes vee. De mannen hebben, hoe groter hun kuddes zijn, ook meerdere vrouwen. Wij hoorden een verhaal over een man van 80 met zijn 8 vrouwen, bah. De meeste Maasai leven in ronde huisjes met rieten daken en lemen muren, met een aantal huisjes bij elkaar (zie foto's).
In het vliegtuig van de FMS zaten we met zijn 5en. Wij, de twee piloten die vaccinaties gaven aan kinderenen een Tanzaniaanse artsdie spreekuur liep. Per dag bezochten we 2 kleine dorpjes in the middle of nowhere. Tijdens onze vluchten hiernaartoe, zagen we zelfs giraffen, zebra's, gnoe's en struisvogels over de uitgestrekte vlaktes lopen. Na de vlucht zei één van de piloten: zagen jullie dat, de Maasai gooiden speren naar ons!
Onze taak de afgelopen dagen was om de AnteNatalClinic (ANC)te runnen. We hebben in totaal 128 zwangere vrouwen gecontroleerd. Dat houdt in: vragen of ze problemen hebben, medicijnen geven (ter voorkoming van Malaria, worminfecties en bloedarmoede of open ruggetje), buiken voelen en luisteren naar het hartje van het kindje met zo'n toeter op de buik. Leuk om te doen, ons Swahili is nu zo 'goed' dat we zelfs wat adviezen kunnen geven.
Wat ons het meeste bij is gebleven van de ANC is dat er zoveel jonge meiden waren, soms niet ouder dan 15,die op de zwangerencontrole kwamen. Ze zijn meestal getrouwd met een man die een generatie ouder is. Ook waren er veel 'oudere' vrouwen (lees: 30+) die al voor de 10e keer zwanger waren. Doordat mannen meerdere vrouwen hebben (en vrouwen blijven hun man ook niet altijd trouw), worden SOA's en HIV snel doorgegeven. Toen we klaar waren hielpen we de Tanzaniaanse arts met zijn spreekuur en zagen we een jongen met een druiper. SOA's zijn een groot probleem onder de Maasai.
Het was een geweldige enniet te vergeten ervaring om van zo dichtbij zo'n andere cultuur te kunnen meemaken. We hadden continu de neiging om foto's te maken. Maar helaas, de Maasai zijn een trots volk en vonden het niet prettig als we foto's maakten. Stiekem hebben we het toch een beetje geprobeerd, niet heel duidelijk, maar we plaatsen ze op de site.
Nu zijn we weer terug in Arusha. Morgen vliegen we naar Zanzibar om nog een weekje lekker te chillen met Denise's familie, Niek, Gerben,Kristineen Mirte. Jullie horen waarschijnlijk nog een laatste keer van onze avonturen via deze website!
Kwaheri Sengerema!
Onze stage zit er op, ongelooflijk hoe snel de afgelopen 3 maanden voorbij zijn gevlogen. Niek en Stef zijn gearriveerd en Kristine heeft zich inmiddels ook bij ons gevoegd. Met zijn vijfen zijn we
nu ruim een week op pad in Tanzania en Rwanda. Daarover later meer.
Op een van de eerste dagen van onze reis werden we overvallen met het verschrikkelijke nieuws dat onze vriendin Lisa, die tegelijkertijd met ons haar coschap in Sumve liep, een ernstig ongeluk in
Kampala heeft gehad. Ze is inmiddels terug in Nederland en wordt daar geopereerd. We zijn enorm geschrokken door dit nieuws en denken veel aan haar, maar ondanks dit proberen we er toch een mooie
reis van te maken.
De laatste weken stage in het ziekenhuis stonden in het teken van 'alles doen wat we nog niet gedaan hadden'. We hebben onze oude vertrouwde kinder- en mannenafdeling overgedragen aan anderen. Zo hadden we genoeg tijd om overal in het ziekenhuis een kijkje te nemen, zodat we uiteindelijk met een compleet beeld van de gezondheidszorg in Tanzania weg konden gaan. Dat is goed gelukt. We hebben onder andere meegedraaid met de tandarts, fysiotherapeut, tuberculose dokter, diabetes kliniek en we hebben baby's vangen op de labour ward. Verder hebben we beiden meegekeken op de CTC in Sengerema en op outreach in een dispensary. De CTC is het counseling and treatment centre voor HIV/AIDS patiënten, wat apart op het ziekenhuisterrein staat. Heel interessant, maar je hoort ook veel schrijnende verhalen. Zo zag Denise een meisje van 8, besmet met HIV. Ze kwam met haar oudere zus naar het ziekenhuis om haar medicijnen op te halen. De ouders van de 2 zussen waren al overleden en ze woonden bij hun bejaarde oma. Nu had de oudste zus een beurs gekregen om ergens anders een opleiding te volgen. Maar dan was er niemand meer die mee kon met het kleine zusje naar het ziekenhuis. Het was dus kiezen tussen de gezondheid van het zusje, of de toekomst van de oudste zus. Wat uiteindelijk de keuze is geworden weten we niet. Dit verhaal is een voorbeeld van hoe er wordt omgegaan met de ziekte HIV/AIDS. Er rust nog steeds een enorm taboe op, geen enkel ander familielid of kennis van het meisje wilde met haar gezien worden op de CTC.
Ook een dagje op de operatiekamer stond op het programma. Twee Nederlandse chirurgen, een tropenarts in opleiding en een radioloog kwamen langs in Sengerema. Ze opeerden moelijke en minder
moeilijke gevallen zoals een enorme opgeblazen dikke darm doordat die verdraaid en verstopt was (volvulus met toxisch megacolon), een bovenbeensamputatie door een chronische botontsteking
(osteomyelitis) en schildklierverwijderingen. Een buitenkansje voor ons dus: Nederlandse chirurgen op een Tanzaniaanze OK. Het gaat er hier heel heel anders aan toe bij operaties. In Nederland
krijgen patiënten naast slaapmiddel ook een spierverslapper en natuurlijk pijnstilling. Hier is het voornamelijk slaapmiddel. Het komt dus nogal eens voor dat een patiënt tijdens een operatie
opeens beweegt. Gelukkig vergeten patiënten hun hele operatie omdat het slaapmiddel Ketamine amnesie als bijwerking heeft.
Het OK complex is ook niet zo steriel als in Nederland. De vliegenmepper kan niet ontbreken, inclusief de dikste OK assistentente van het ziekenhuis die em bedient. Hilariteit alom!
Als langstzittende coassistenten kennen we nu veel mensen uit het ziekenhuis. Vooral na onze trip in Burundi kunnen we niet zomaar snel even een rondje door het ziekenhuis maken. Continu komen we mensen tegen die ons amicaal begroeten en vragen hoe het met ons gaat om een praatje te maken. Erg leuk! Omdat we niet zomaar weg wilden gaan zonder afscheid te nemen, besloten we om een klein afscheidsfeestje te geven in de bar tegenover het ziekenhuis. We hadden er niet veel van verwacht, maar de opkomst was overweldigend en hartverwarmend! Grace, een van de big momma's die we in Burundi beter leerden kennen, had zelf een afscheidscake voor ons gebakken, zo lief! Een beter afscheid hadden we ons niet kunnen wensen.
In onze laatste week hebben we allebei een presentatie gegeven. Denise heeft gepresenteerd over ernstige ondervoeding bij kinderen. Ze heeft alternatieve recepten gezocht voor F-75, een soort
krachtvoerpap dat ernstig ondervoedde kinderen in het ziekenhuis krijgen op aan te sterken. De officiele WHO recepten zijn op basis van poedermelk of verse melk. Dat is in Tanzania helaas niet te
verkrijgen, of voor een veel te hoge prijs (4 euro voor een blik poedermelk). Uiteindelijk is het eerste prototype F-75 op basis van mais-soya mix gemaakt en hebben de eerste kindjes het gekregen.
Hopelijk is het iets wat blijft en wordt de zorg voor ondervoedde kinderen weer een stukje beter in Sengerema!
Nynke heeft gepresenteerd over eerste hulp bij ernstig zieke kinderen. Denk aan situaties als uitdroging, coma, grote brandwonden en shock. Er is sinds kort een eerste hulp kamer voor die kinderen,
zodat daar alle diagnostiek en het eerste begin van een behandeling zoals infuus en bijvoorbeeld pijnstilling. Er waren alleen nog geen goede protocollen. Deze hebben we samen opgesteld en na
goedkeuring van Marie-Jose en de artsen na Nynke's presentatie, hebben we ze groot uitgeprint en laten lamineren. Hopelijk worden er hierdoor kindjes beter behandeld en gered!
En na lang wachten was het dan zover, eindelijk kwam het bezoek uit Nederland: Niek en Stef!! Ook Joost en Fieke, de nieuwe coassistenten, tevens goede vrienden van ons uit Nijmegen waren
gearriveerd. Het was ontzettend leuk om Niek en Stef ons ziekenhuis te laten zien en te tonen hoe we de afgelopen 3 maanden gewoond en gewerkt hebben. Het was ook super om Joost en Fieke rond te
leiden! We kunnen met een gerust hart het ziekenhuis verlaten, want we hebben (naast Berber en Tjitske die er al zijn) 2 superopvolgers uit Nijmegen!
Een ander hoogtepunt van de laatste week was Sinterklaas. Met al die Hollanders (6 Nederlandse co's+Niek+Stef) hadden we een echte pakjesavond inclusief zelfgebakken pepernoten, warme chocomel en
sinterklaasmuziek.
Het afscheid nemen van Sengerema was niet leuk, maar dat geeft denken wij alleen maar aan dat we een supertijd hebben gehad in Sengerema. We wilden eigenlijk nog helemaal niet weg. We hebben enorm veel geleerd de afgelopen tijd. Het klinkt heel cliché maar zo voelt het wel: we kwamen als coassistenten en we gaan weg als dokters. We hebben meer vertrouwen in onszelf, kunnen beter beslissingen maken, verantwoordelijkheid nemen en hebben al ontzettend zin om als arts aan de slag te gaan. Maar eerst natuurlijk lekker vakantie vieren en mooie dingen mee te maken met Niek, Stef en Kristine. Vandaag wordt het helemaal feest want dan voegen Gerben en Mirte zich bij ons om kerst en oud en nieuw met ons te vieren! Een mooie afsluiting van onze tijd in Afrika. Daarover later meer...
PS Wij willen iedereen een hele fijne kerst en een mooie jaarwisseling toewensen! Hier voelt het helemaal niet als kerst, veel te warm :P
Bruiloft in Burundi
De andere medical officer van ons ziekenhuis is Dr. Harusha. Hij komt uit Burundi, net als zijn verloofde Jacqueline. Tussen neus en lippen door vraagt Jacqueline of we ook op de bruiloft komen. ‘In Sengerema?', vroegen we nog. Ja, het feest in Sengerema, maar gaan jullie ook mee naar de bruiloft in Burundi? Nou, dat wilden we wel!
Na toestemming te hebben gekregen van Marie-Jose (ja natuurlijk, geen probleem, daar moeten jullie gewoon naartoe!) zaten we op vrijdag 18 november in de bus op weg naar de grens. We waren niet de enigen uit Sengerema. De hele delegatie bestond uit 2 big mama nurses Grace en Restituta, CO Jackson, Celestine van het lab, de enige echte Bruno Mars die bij ons op OK werkt, mr. Kashaka (leraar van COTC , clinical officer training centre), Nico de chauffeur van ziekenhuis en tevens meest mannelijke walgelijke man in Oost Afrika (stinkvoeten, praten, nee SCHREEUWEN met consumptie, smakken etc) en Nkize aka Bob de cashcollector van het ziekenhuis en wij twee natuurlijk met de twee andere Wazungu student doctors uit Amsterdam.
De reis begon al met een heel bijzonder voorval. Toen we een eindje op weg waren kreeg Denise een smsje van Tjitske die voorin de bus zat. ‘Er ligt hier een lijk in de bus!' In Mwanza was er een jongeman ingestapt die vrijwillig weg was gegaan uit het grote Bugando ziekenhuis. Hij ging waarschijnlijk naar huis omdat hij uitbehandeld was en rustig thuis wilde sterven. Nou, zijn thuis heeft hij niet meer gehaald... Vervolgens hebben we dus een aantal uur met een lijk in de bus gereden. Is dit normaal hier? ‘No, this it not normal', volgens Jackson. Gelukkig maar...
Na een lange dag reizen kwamen we eindelijk aan in Burundi, waar we bij de grens werden opgehaald door de broer van de bruidegom. Met zn allen in de auto gepropt reden we naar Gitega waar de bruiloft zou plaatsvinden. Burundi is prachtig. Net als Rwanda noemen zijn hun land het land van de duizend heuvels. Een aardige schatting vinden wij. Het landschap is inderdaad heuvelachtig, heel mooi groen, met beekjes, rijstvelden en dichte bebossing. Soms heeft het wel eens iets weg van voorlopers van de Alpen. Ongelooflijk dat het er pas sinds 2008 vrede is. Ook in Burundi laaide het conflict tussen de Hutu's en Tutsi's hoog op. Het enige wat je nog merkt van het conflict is dat er om de paar kilometer road blocks van politie-agenten met enorme guns zijn, die je paspoort willen checken.
Burundi probeert nu met alle macht het voorbeeld van Rwanda te volgen. Geen Hutu's en Tutsi's, maar allemaal Burundezen, een land, een volk. Een mooi voorbeeld hiervan zijn onze eigen bruid en bruidegom, die elkaar in een vluchtelingenkamp hebben ontmoet, zij een Tutsi, hij een Hutu. Inmiddels hebben ze ook 2 mooie zoons van 14 en 8 jaar oud.
De bruiloft was in één woord geweldig. De bruid Jacqueline zag er betoverend mooi uit in haar witte jurk. Eerst de gemeentelijke dienst, waarin de ambtenaar in een groot gewaad inclusief baseballpetje in de nationale kleuren (rood, groen en wit) zo snel mogelijk de verplichte woorden uit een enorm boek oplas, ondertussen kijkend op zijn horloge.
Toen verder naar de kerkdienst. Muzikaal begeleid door een geweldig kerkkoor, werd het huwelijk ook hier met een tweede ring bezegeld. Heel efficiënt werd ook meteen de jongste zoon Renee gedoopt. Naast het bruidspaar waren wij natuurlijk ook de attractie van de dag. Op hun tenen staand proberen de kinderen uit de wijk een glimp op te vangen van die rare blanken in de kerk.
Door de familie werden wij gelukkig niet gezien als een aparte groep Wazungu. Wij hoorden bij de Sengerema delegatie. Ze waren enorm vereerd dat wij helemaal uit Tanzania waren gekomen. En gedurende het hele weekend, kregen wij dan ook bij alles plaatsen vooraan. Wel gek, omdat wij óns juist enorm vereerd voelden dat wij als ‘vreemden' welkom waren op hun bruiloft.
Om het bruidspaar te bedanken kon een act op de receptie 's avonds natuurlijk niet ontbreken. En wat is nou een betere act dan het voordragen van een lied van Westlife - My Love? Zo gezegd zo gedaan. Denise op de valse gitaar, de andere 3 meiden zingen. Het liep uit op een regelrecht fiasco (Jackson wilde graag meezingen, maar kon dit alleen door de lyrics met akkoorden te jatten) maar ook een succes. Wat vonden het publiek + bruidspaar het prachtig, die Wazungu die een liedje zongen. Een staande ovatie kregen we.
Op zondag werden we, vergezeld door familie van bruid en bruidegom en het kersverse bruidspaar (How do you feel? Great! I feel physiologically changed!) in een dalladalla busje, rondgereden door Burundi. We hebben prachtige watervallen gezien, de source of de Nile (of althans een van de sources, want zowel Rwanda en Uganda beweren de oorsprong van de Nijl in bezit te hebben) en we zijn door Bujumbura de hoofdstad gereden. Daar zijn we uitgestapt aan het strand van Lake Taganyika waar we zelf hebben mogen pootjebaden in het (schistovrije!) meer. Prachtig! De trip voelde alsof we op schoolreis waren met de lolbroeken van de klas. Iedere aantrekkelijke vrouw werd nageschreeuwd met Kuku (kip aka chickie). Wij zijn al snel bestempeld als Kuku mdogo (kleine kippen). Het enige woordje Nederlands dat we onze delegatie hebben geleerd: ‘Lekker!', zorgde ook voor een aantal hilarische momenten.
Maandag gingen we voldaan weer terug naar Sengerema. Dit was helaas geen stressvrije reis. Door een te laat vertrokken chauffeur en lekke band, hebben we helaas Maaike en Gijs gemist, die in Sengerema op ons aan het wachten waren.
Maar overall hadden we dit weekend nooit willen missen. De gastvrijheid van het bruidspaar en hun familie, het zingen, lachen en kletsen met onze collega's uit Sengerema, en het leren kennen van cultuur en landschap van het prachtige Burundi, maakten dit een van de meest onvergetelijke ervaringen van ons verblijf in Afrika!
Wanawake Watanzania (Tanzaniaanse vrouwen)
Inmiddels zijn we alweer in het laatste deel van ons coschap aanbeland. Nog 3 weken en dan zijn we klaar en gaan we op reis. De tijd gaat veel te snel, dat gegeven laat wel zien dat we het hier nog steeds ontzettend naar de zin hebben. Het werk in het ziekenhuis gaat ons steeds makkelijker af, we kennen veel mensen, weten meer over de ziektebeelden die we zien, kunnen beter beslissingen nemen en vinden het niet meer erg dat we hier zoveel verantwoordelijkheden krijgen. We voelen ons steeds zekerder over het werk dat we uitvoeren. Daarnaast wordt ons Swahili steeds een stukje beter. Basis gesprekken kunnen we nu goed voeren (zeker als we de context van het gesprek kennen) en we verstaan ook steeds meer van het antwoord van de patiënt dat volgt op 'Unaendelea je?' (Zeg, gaat het al wat beter?).
Gedurende ons verblijf in Tanzania hebben we veel van dit land gezien. Het werken en wonen in een heel ander land zorgt ervoor dat je de cultuur goed leert kennen.
Eén specifiek onderwerp blijft ons keer op keer verbazen en levert boeiende gesprekken op. De Tanzaniaanse vrouw. De eerste verhitte discussie over dit onderwerp vond plaats tussen Denise en een Tanzaniaanse mannelijke arts op de vrouwenafdeling. Op Denise's eerste dag op de afdeling zegt dokter Sukkel: 'ik snap niet waarom Tanzaniaanse vrouwen pas zo laat in het ziekenhuis komen, ze komen hier soms meer dood dan levend aan!' Denise zegt: 'uuhm... misschien omdat ze een huishouden met 10 kinderen draaiende moeten houden en bovendien vaak ook nog eens moeten werken op de shamba (groentenveldje)??' Hij: 'neee joh, de vrouwen hier in Tanzania doen helemaal niks, ze zitten alleen maar thuis met elkaar te kletsen.' Denise natuurlijk pissig, hij zelfvoldaan over zijn constatering. Hij is een typische illustratie van een Tanzaniaanse man, echte mannetjes die zich nooit willen laten kennen. Ze zullen hun ongelijk niet snel toegeven en als ze iets niet weten, zeggen ze vaak maar wat. Ongelofeloos...
Vrouwen in Tanzania hebben het moeilijk, vooral vergeleken met ons, geëmancipeerde Nederlandse vrouwen. Als meisje in Tanzania heb je (of je familie) eigenlijk maar één doel voor ogen: zo snel mogelijk groot worden en kinderen krijgen. We zien gelukkig wel dat veel meisjes naar de gratis basisscholen gaan. Ook zien we veel meisjes in uniform van de middelbare school op straat, dat is ook een goed teken. Het is voor een meisje dat nog op school zit verboden om zwanger te worden. Als dit gebeurt, wordt de jongen die hiervoor verantwoordelijk is, zo voor 30 jaar in de gevangenis gezet. Het meisje wordt verbannen van school. De anticonceptiepil mag helaas alleen gebruikt worden in een huwelijk, met toestemming van de man.
Als een meisje eenmaal klaar is met school, zit er voor haar nog maar 1 ding op: kinderen krijgen. Het is hier niet heel gebruikelijk om eerst te trouwen, het is belangrijk dat een vrouw eerst heeft bewezen dat ze kinderen kan krijgen. Pas nadat ze er 1 of 2 heeft geschonken aan haar kerel, begint een man te overwegen of hij met haar wil trouwen. Een vrouw die onvruchtbaar is, is hier niks waard. Een Tanzaniaanse man mag daarentegen wel meerdere vrouwen hebben, met voorwaarde dat de eerste vrouw dit moet goedkeuren (maar mannen zijn hier de baas, dus dan heb je als vrouw weinig te zeggen over je toekomstige concurrente). De kinderen zijn het bezit van de man. Als je als vrouw wil scheiden van je man, gaan de kinderen naar hem. Als je man overlijdt, gaan je kinderen naar zijn familie.
Soms is er niet genoeg geld om alle kinderen van het gezin te onderhouden. Een oplossing kan dan zijn om een van je meisjes weg te geven aan familie of goede vrienden. Deze huismeisjes doen voor kost en inwoning het werk in huis. We hebben veel verhalen gehoord over dat deze meisjes slecht behandeld worden, niet naar school mogen en soms ronduit misbruikt worden. Nynke had een huismeisje van 15 op haar afdeling dat verkracht was door een van de zonen van het huis waarin ze werkte. Vervolgens kreeg ze ook nog eens een vreselijk geïnfecteerde wond na haar keizersnede. De vrouw des huizes waarvoor ze werkte, stond meteen na de operatie naast haar bed, om de moeder van het huismeisje weg te sturen en het meisje meteen oefeningen te laten doen. Ze dacht dat herstellen onder harde hand wel goed zou werken. De vrouw des huizes was ook in het ziekenhuis om het kindje aan de familie toe te eigenen. Zr. Marie Jose heeft het meisje gelukkig op onze 'intensive care' (waar continu verpleging is en zuurstof) gelegd, zodat ze onder toezicht (in alle rust) heeft kunnen herstellen.
Het feit dat huiselijk geweld ook een veel voorkomend onderdeel is van deze cultuur, zien we in de Tanzaniaanse GTST waarin het grootste deel van alle drama bestaat uit bange vrouwen met echtgenoten met losse handjes.
We zien hier vaak in het ziekenhuis dat vrouwen van net 30 jaar oud, hun 6e, 8e of zelfs 10e kind baren, met alle risico's en complicaties die een zwangerschap en bevalling kunnen geven (bijvoorbeeld een scheur van een baarmoeder na meerdere keizersnedes, of doodbloeden na een bevalling). Bevallen doe je hier in je eentje. Je man of moeder mag niet mee de verloskamers in. In je eentje puf je je weeën weg en je krijgt pas hulp van het personeel als het hoofdje er al bijna uitkomt. Schreeuwen is uit den boze, beheerst en in stilte moet je alles ondergaan. Als een vrouw na 8 kinderen genoeg heeft, mag ze niet zelf beslissen tot een sterilisatie, daar moet haar man toestemming voor geven. (we hebben een vaag vermoeden dat dit soms zonder overleg met patiënte of echtgenote na 3 keizersnedes of 10 kinderen wel door onze artsen wordt gedaan..)
We zouden niet graag willen ruilen met de Tanzaniaanse vrouwen, maar hebben enorm veel respect voor ze. Het zijn enorm harde werksters: voor de kinderen zorgen, werken op het veld, alles voor je man doen. En ondertussen blijven ze vrolijk en optimistisch. Daar kunnen wij nog veel van leren!
Naaaaaa, sowinjaaa, sebabi, tsi wawa
Het vorige verhaal is een illustratie van onze prettige reguliere weekenden in Tanzania. De volgende verhalen gaan over nog mooiere weekenden. Namelijk onze safari's naar de Serengeti en het weekend erna naar Rubondo Island. Wat een bofkonten zijn wij toch.
Tijdens een van voorgenoemde reguliere weekenden kwam er een voorstel van onze nieuwe vrienden uit Mwanza: 'wij gaan een goedkope safari regelen voor komend weekend, wie wil er mee?' Vol teleurstelling kijken wij elkaar aan. Dat gaat helaas niet. De ouders van Nynke komen dat weekend. Ook leuk, glimlachen wij zuur. Toch bleef het knagen, alle andere co-assistenten gaan wel. Een last-minute belletje naar pa en ma Nagtzaam, die op het punt stonden om in hun vliegtuig richting Dar es Salaam te stappen, met het voorstel voor een weekendje Serengeti, bracht de doorslag: 'Altijd doen!' zei Krijn. En zo gezegd zo gedaan. Na een heerlijk kort werkweekje van 4 dagen begaven wij ons naar Mwanza. Eerst Krijn en Rina ophalen (de tassen vol chocoladepepernoten, perfectekrulshampoo, soep en aardappelpureepoeder overnemend. Bedankt!), vervolgens overnachten in een superdeluxe hotel en om 6 uur sochtends stond de Safari Jeep voor de deur. Vol verwachting stapten we met zn vieren de auto in. Aan het einde van de ochtend stonden we voor de gates van de Serengeti, het grootste en meest beroemde National Park van Tanzania. En dat is niets teveel gezegd. Nog maar net door de poorten heen gaat het dak van onze jeep open, steken we onze hoofden boven de jeep uit en spotten we de eerste dieren: zebra's, giraffes, gnoe's en de enige echte Pumba (Timon hebben we niet gezien). Naaaaaa, sowinjaaa, sebabi, tsi wawa, de intro song van de Lion King hebben we vervolgens het hele weekend in ons hoofd gehad, maar ook Hakuna Matata en Can you feel the love tonight passeerden regelmatig de revue. Dit kon ook niet anders. Al rijdend door de eindeloze vlakten (oftewel Serengeti in Masaai taal) met steppegras, kleine poeltjes met de meest kleurrijke vogels en de typische afgeplatte Afrikaanse bomen kunnen wij geen genoeg krijgen van het spotten van nog meer dieren die we allemaal kennen uit de Lion King. Hippo's, olifanten, een aantal leeuwen en (it's your lucky daaayy, aldus de gids) een paar prachtige luipaarden in een boom, te mooi eigenlijk, bijna alsof ze 's avonds betaald krijgen door de parkbazen voor weer een dagje poseren voor de Mzungu camera's.
Ook de plek waar we bleven slapen was erg bijzonder. Vlak voor het slapengaan, na een fantastische avond met de vrienden uit Mwanza en andere coassistenten die al 2 dagen op Safari waren, stonden we oog in oog met een giraffe. Midden in het park, met niet meer dan een gammel tentje om ons heen, sliepen we tussen de dieren. Geen oog dicht gedaan door het klapperen van het kapotte tentzeil, sluipende voetstappen naast de tent en een tot nog toe nog onverklaard gebrom (een of ander gevaarlijk wild dier of pa en ma Nagtzaam? Suggesties nog steeds welkom). Na nog een mooie tweede safaridag waarin we onder andere weer een aantal leeuwen zien en een grote groep olifanten ontmoeten, begeven wij ons weer terug naar Sengerema (op 1 minuut na de laatste ferry gehaald, stress in Tanzania, het moet niet gekker worden!).
Alsof dit nog niet genoeg was, vertrokken wij na alweer 4 dagen werken naar het noordwesten van Tanzania. Rubondo Island is een groot eiland in het Victoriameer en in zijn geheel een National Park.
Omdat het een geïsoleerd eiland is, is het een bijzonder ecosysteem, inclusief bijzondere diersoorten. Vooral de vogels zijn talrijk en je kan ze spotten in allerlei verschillende soorten en maten,
kleuren en patronen. Naast de vogels kan je er ook olifanten, aapjes, krokodillen en hippo's tegenkomen.
Na een nat bootritje van een kwartier kwamen we, niet geheel droog meer, aan op het eiland. Ook hier stond een jeep voor ons klaar. Over de modderwegen reden we door het groene bos/jungle, wat kenmerken had van een regulier Nederlands bos, maar ook planten bevat die ons deed denken aan onze Jungle tochten door Mexico en Thailand. Vlinders in geel en zwart fladderden rondom de rijdende jeep totdat we aankwamen bij onze accomodatie: een aantal huisjes vlak naast een baai van het Victoriameer, inclusief een viertal hippo's die ons begroetten met hun gesnuif en gebrul. Maar het allerleukste was dat we de coassistenten uit Biharamulo, Sumve en zelfs helemaal uit Rubya zagen. Met zijn negenen hebben we een zeer gezellig weekend gehad, met veel kletsen, spelletjes en chips in de avonden. We vonden dat we dit wel verdiend hadden nadat we 5 uur lang door onder het dichte bos gelopen hadden en flinke sprongen maakten over de stenen in het water. Voor de jongeren op schoolreis van een secondary school waren niet de dieren de attractie, maar de wilde Mzungu's die daar vrij rondliepen. Met zijn allen moesten we op de foto. De meligheid sloeg na een paar uur flink toe (Nynke: hatsjoe! Denise: 'Polle! = gezondheid in het Swahili, neehee Pollen!).
Met zompige schoenen en roodverbrande neusjes kwamen we weer terug bij ons huisje. Maar dit was nog lang niet het einde van de safari. Na de lunch stonden er 2 bootjes voor ons klaar waarin we vervolgens nog een aantal uren lang de tijd hadden om vanaf het water dieren te spotten. Ook het rottende lichaam van een dode krokodil bleef onze ogen en neus niet bespaard. Deze diende ter illustratie van de illegale roof op dieren in het park.
Om voor zonsondergang terug te zijn bij onze huisjes, racede ons bootje over de golven, zodat we niet rond Hippo-time (vlak na zonsondergang komen de hippo's aan land om te eten, aaaah!) aan land zouden komen. Toen Denise het idee had dat ze bijna uit het bootje viel, was het gedaan met de lol, maar door dit dolle ritje, is haar bootangst alweer een heel stuk meer overwonnen. Toch was het meest enge toch wel het wandeltochtje door het donker van de gezamenlijke chillruimte naar onze huisjes. Door de duizenden vliegjes, hoofdlampje op, niet om je heen kijken en rennen, want elk geluid zou de hippo kunnen zijn die je op komt eten!
Ijumaa, de beste dag van de week
Ijumaa, oftewel vrijdag. Het is het einde van de middag en we kunnen nog maar aan één ding denken: bijna weekend! Snel werken we nog even de laatste labuitslagen uit en sturen we de laatste genezen (of nog nét niet helemaal genezen, maar om ontslag zeurende) patiënten naar huis. Dan spoeden wij ons huiswaarts. Doktersoutfit uit, douchen, aankleden en tas inpakken. Toeet! Dat is de auto van Donald, onze taxichauffeur in Sengerema. Stipt om 4.30pm staat ie bij ons student docters house. Hop, tassen achterin, hoofddoekjes op en gaan! En Donald weet al precies wat we willen; zonder dat we het hoeven vragen duwt hij het cassettebandje in de speler en yesss, daar galmt de muziek van Westlife uit de speakers. Onder luidt meezingen begeven wij ons op de weg van Sengerema naar Kamanga. Dit ritje van 3 kwartier is ons favoriete momentje van de week. Meezingen met Westlife, terwijl we uitkijken over het heuvelachtige landschap van de regio van Sengerema. Langs de weg staan huisjes die we eerder alleen in het Afrika museum hebben gezien: lemen hutjes met rieten daken, afgewisseld door kinderen in schooluniform, pikipiki's (brommers) en daladala's. Wanneer we een vrachtwagen inhalen, is het een en al stof en zijn we blij met onze hoofddoekjes!
Einde van de weg: Kamanga. Voor ons komt de ferry al aangevaren op het water van het Victoriameer. Kaartjes kopen en snel erop. Het is gek maar toch wel fijn; omdat we blank zijn mogen we van de kapitein boven zitten waar de stuurhut is. Alleen toegestaan voor blanken en rijken. Beneden staan de rest van de passagiers, in en tussen de auto's. Ondertussen staat de zon al laag, en genieten van het prachtige uitzicht over lake Victoria. Helaas is het snel gedaan met de rust want 3 kwartier later meren we aan in Mwanza, de grootste stad in het noorden van Tanzania. Wazungu (blanken!), taxi? Howwayouu? En meer van de gebruikelijke riedel. We lopen vlug door naar de overkant van de weg om niet in de mensenmassa te hoeven lopen. We moeten hier goed op onze spullen passen. We hebben al 2 keer meegemaakt dat mannen op klaarlichte dag spullen uit onze broekzakken probeerden te grissen. Gelukkig zijn we nog niks kwijtgeraakt. Maar over het algemeen is Mwanza een relaxt, laid-back stadje met een redelijk klein centrum voor het aantal inwoners.
Na een paar minuten lopen zijn we bij ons cheap hotel aangekomen, begroeten we Maartje en Lisa; de co's uit Sumve, droppen we onze spullen en maken we ons klaar voor de avond. Lekker eten in het Tilapia hotel en onze werkweek bespreken met de andere co's! Tevens ontmoeten we daar de vrienden van Rosa,onze mede-co uit Amsterdam. Rijke jongens van Indiase afkomst, die vooral omgaan met elkaar en andere rijke mensen, maar wel geboren en getogen zijn in Tanzania. Met deze kerels brengen we het grootste deel van het weekend door op plekken waar gewone Tanzanianen nooit zouden kunnen/mogen komen. Aan de ene kant voelt dat gek, oneerlijk, maar aan de andere kant is het ook wel heel fijn om even niet nageroepen te worden en luxe te eten op een relaxte plek.
Op zaterdagochtend worden we gewekt door het gebrom van de generator van het Lake Hotel en het vrolijke getrompetter van mannen achterin een pickuptruck om een bruiloft te vieren. Het eerste wat we doen is naar buiten kijken. Is het bewolkt of schijnt de zon? In het laatste geval trekken wij meteen onze bikini's aan en begeven we ons zo snel mogelijk na het ontbijt naar het Tilapia hotel of Malaika Beach Resort om de rest van de dag in de zon te liggen, baantjes te trekken en drankjes te drinken. Inderdaad best decadent, maar o zo fijn om bij te komen van de drukke week. Als het bewolkt is slenteren we wat rond in het centrum en over de markt, en bezoeken we onze favoriete supermarkt de U-turn, met westerse producten inclusief Westerse prijzen.
Op zaterdagavond nemen onze nieuwe Indiase vrienden ons mee naar Villa Park, een club in Mwanza. Daar merken we dat deze kerels veel invloed hebben in de stad, want we mogen met zijn allen gratis naar binnen. Eenmaal door het poortje schalt de bongo flava al uit de boxen. De plaatselijke jeugd (voornamelijk mannen) dansen uitbundig op de muziek. Schudden met die billen en tegelijkertijd met zijn allen op een rijtje dansen. We focussen ons op de danspasjes en ondertussen proberen we niet tussen de armen van een enthousiast dansende neger te belanden. Ze willen allemaal wel even dansen met die Mzungu's!
Als we op zondag, heerlijk uitgerust en met rode wangetjes van ons dagje zwembad in de zon weer op de ferry terug zitten, zijn we weer helemaal opgeladen voor een nieuwe week in het ziekenhuis. Het is erg fijn dat we zo'n luxe weekend kunnen hebben, maar het staat erg in contrast met hetgene wat we zien in en om het ziekenhuis en gewoon op straat in Mwanza. Mensen die weinig bezitten, ziek zijn en soms zelfs geen geld hebben om eten te kopen. Ook dit gevoel laten we maar over ons heen komen en we proberen er niet al te lang over na te denken. Op maandag proberen we weer zoveel mogelijk te betekenen voor de lokale bevolking hier. Deze verschillen horen bij ons leven in Afrika.
PS Bedankt allemaal voor de leuke lieve berichtjes, we genieten er erg van om ze te lezen!
Een dag in het leven van een student doctor
5.30am: Voor dag en dauw worden wij gewekt door onze eerste natuurlijke wekker; het gejengel van een plaatselijke, vooralsnog niet gevonden moskee. 6.00am: Het plaatselijke kerkje laat weten dat de mis begint, om ons vervolgens nogmaals te wekken om 6.20am, wanneer de mis is afgelopen. De plaatselijke haan laat ook weten dat hij de nacht overleefd heeft (niet opgegeten door de honden of de legendarische draak oftewel, komodovaraan die ooit eenmalig door een van de student doctors gespot is). 7.00am: De échte wekker gaat. Tijd om op te staan. Met de slaap in onze ogen hijsen wij ons in onze witte broeken en slepen we ons naar de ochtend-overdracht in het ziekenhuis.
7.30am, nee 7.45am, overdrachtsruimte in het ziekenhuis: De aanwezige clinical-officers (een soort HBO-artsen), de (assistent-) medical officers en de student doctors staan op voor het gebed. Een onverstaanbaar gebed in het Swahili volgt, dat eindigt met een volmondig ‘ amen' . Snel slaan ook wij een kruisje. Vervolgens komt er het vaak net zo onverstaanbaar gebrabbel in het Engels van de Clinical Officer die in de nacht dienst heeft gehad. De verhalen van de opgenomen patiënten variëren van standaard malaria klachten, tot obstructed labour (een bevalling waarvan het kind maar niet wil komen) waarvoor een keizersnede, tot auto-ongelukken en vrouwen die mishandeld zijn door hun echtgenoten. Niets is hier te gek. Ondertussen worden er overal stoelen vandaan geplukt om de te laat gekomen stafleden ook nog een plekje te geven. Nadat de baas van het ziekenhuis zr. Marie-Jose de heilige woorden: kazi njema (werk ze!), uitgesproken heeft, begeven wij ons naar het ontbijt.
9.30am: eindelijk kunnen we beginnen aan de rondes op onze afdelingen. De vloeren zijn geschrobd en de patiënten liggen in hun bedden. De kunst is om de perfect nurse te vinden, die goed Engels kan, betrouwbaar is én zin heeft om te werken (en niet met de rest van de nurses mee wil naar de thee om 10.00u). Kortom, om 10.00am gaan we dan echt aan de slag met de visite op onze afdelingen met, als we geluk hebben de perfect nurse, met iets minder geluk een student nurse of in het ergste geval; een nurse die pijn heeft aan haar voeten (niet vooruit te branden die chick!). Iedere patiënt, hoe ziek of niet ziek hij of zij dan ook mag zijn, wordt in principe gezien door ons. Op de kinderafdeling wisselen de patiënten snel. Vaak knappen ze vlug op na een antibioticakuurtje bij een longontsteking of bij een malariabehandeling. Op de maternity zie je vrouwen met een pasgeboren kindje die 4 dagen na keizersnede lachend naar huis gaan. Ook liggen er veel zwangere vrouwen met malaria of een sickel cel crisis. Helaas zijn er ook veel vrouwen die een intra-uteriene vruchtdood hebben (een dode baby in de buik), vaak door een SOA of door een aangeboren afwijking.
Om 1.30pm spoeden wij ons huiswaarts, waar mama Elizabeth de warme maaltijd al klaar heeft staan. Mama Elizabeth kookt geweldig; gerechten van rijst met vis, of spaghetti met spinazie met altijd
een heerlijke salade en fruit toe. We komen niets te kort! In de middag checken we vaak de labuitslagen die we die ochtend hebben aangevraagd of speuren we de handgeschreven boeken in het lab door,
op zoek naar verloren bloeduitslagen. Soms vinden we ze, vaak ook niet. Maar hamna shida (geen probleem!), we vragen ze vol goede moed, gewoon opnieuw aan. Gedurende de dag dat we op de afdeling
lopen, worden we af en toe geroepen voor wat acute dingen zoals een kindje met een epileptische aanval of een vrouw met een rottende wond na een keizersnede. Op dit soort momenten leren we goed om
ons hoofd koel te houden. Vandaag merkten we hoeveel we al vooruit waren gegaan, toen we de nurses aanstuurden om diazepam (tegen epileptische aanval), adrenaline en een beademingsmasker te pakken
voor een kindje dat niet zo goed ging. Dat hadden we 2 weken terug nog niet zo gekund.
Tegen het einde van de middag vinden we dat we klaar zijn met werken (eigenlijk is het werk nooit echt af). We leren dan ook echt om onze grenzen goed te bewaken, wat wij beiden in Nederland nog al
eens moeilijk kunnen vinden. In de avond vermaken wij ons met series of filmpjes kijken (How I Met Your Mother, hilarisch, Mirte bedantkt!), muziek luisteren, tonijnsalade maken, kletsen en onze
onderbroeken wassen (Martha wast alles, behalve natuurlijk onze smerige onderbroeken en sokken).
Vandaag hebben we zelfs voor het eerst onze hardloopschoenen uit onze backpacks gehaald en zijn we een blokje om gelopen (waar is onze conditie???). Terwijl wij puffend en zwetend over de rode zandwegen liepen, kwamen we halverwege bij een voetbalveldje waar 100en kinderen stonden te joelen omdat er net was gescoord. Toen de euforie wat gezakt was, kregen ze ons in het vizier. Hijgend en lachend renden we verder, gevolgd door tientallen kinderen in schooluniform, die ons vergezelden tot aan de ziekenhuispoort. Hilarisch!
Om 10.00pm is het alweer hoog tijd om onze bedjes in te duiken. Deet op, klamboes ingestopt, vallen wij moe van alle indrukken, maar zeer voldaan in slaap bij het geluid van vechtende honden, tsjirpende krekels, krolse katten en het gebrul van de draak. Weer bijna klaar voor een nieuwe dag in het ziekenhuis.